Pagina's

woensdag 26 juni 2013



geabstraheerd landschap no. VI


 


de foto is buiten genomen, op 25 Juni 2013,

donderdag 20 juni 2013




Wel, het is iets anders gegaan. Ik wilde zelf niet zozeer ontsnappen aan een zekere natuurbeleving welke ik als ‘geconditioneerd ‘ had getypeerd.

Met het geconditioneerde bedoelde ik meer het vanzelfsprekende dat uitgaat van een horizontaal geplaatst doek op de ezel. Plaats ik een doek verticaal dan is dat eerder spiritueel en indien horizontaal dan is dat eerder aards. Puur de stand van het rechthoekige doek.

De geschilderde vormen die ik herhalend toepaste ( in de eerdere schilderijen ) probeerde ik zo horizontaal mogelijk aan te brengen ( zeg maar waterpas ). Voorafgaande aan het verticale doek had ik vijf horizontale werken gemaakt. Om het herhalende, eentonige of vanzelfsprekende, te doorbreken wilde ik dat zesde doek verticaal. De beleving van een zekere smalte maakte dat ik anders  ging kijken/denken/handelen.

Het ging mij ook niet zo nodig om te komen tot een ander perspectief. In de zin van verdwijnpunten. Het herhalende, van de vormen, in een breed doek, geeft mij meer ruimte, ook meer speelruimte. Door die ‘ beperkende ‘ smalte moest ik wel tot een ander soort ritme komen. Dat heeft ook te maken met de snelheid van het aanbrengen. Steeds in een keer, over de gehele breedte. In een smal doek werkt dat voor mij anders uit. Waar nog bij komt dat ‘ de boomstammen ‘, voor mij aanvankelijk een nogal dwingende plaats innamen. In dit doek werkte ik vanuit het midden naar boven toe ( en ook van links naar rechts ) en vervolgens vanuit datzelfde midden naar beneden.  Door deze manier van werken resulteerde dat in een ander perspectief, tijdens dat maken. Dus niet zozeer een van te voren bedachte andere wijze van schilderen maar door het proces tot die conclusie komen.
Het ‘ perspectief ‘ zit ook niet zozeer in het doek. Door het doek, wanneer ik sta, iets boven mijn ooghoogte ophang en ik zelf in een tamelijk lage stoel ga zitten, is mijn opwaarts gerichte blik een omhoog kijken. Dan beleef ik dat andere perspectief.
 
 
Het is zeker waar dat de waarneming ( achteraf ) van  een landschap of het nu een verticaal of horizontaal doek is nagenoeg hetzelfde is. Maar wat er in het geval van de schilder ( ik dus ) bijkomt is dat innerlijke stukje van ‘ een weten ‘ juist bij dit schilderij, waardoor het gelukzalig genieten van iets wat ik heb laten ontstaan door het proces iets is wat uitsluitend bij de schilder zelf is. Het mezelf verbaasd doen staan. En vinden dat het gelukt is. Dat gelukt zijn hangt wel in heel belangrijke mate samen met de keuze en samenstelling van de kleuren. Die hebben wel een aanzienlijke invloed op mijn plezierige beleving.





Je kunt positief of negatief kijken, maar ook het geheel. Daar waar je in de voorstelling niets herkent. Indien je scheel kijkt naar de tweedimensionale voorstelling van de vaas, dan kun je beide tegelijkertijd zien zowel positief en negatief. Of dat ‘ normaal ‘ kijken betreft, is iets anders.
De betekenis van illusie in het geval van Rubin, lijkt mij gegrond op een vorm van
‘ gezichtsbedrog ‘. Maar is het eigenlijk niet ‘ trompe l’oeil ‘. Een vergissing van het oog, in de zin van ‘ niet goed kijken ‘.
Misschien is dus zoals ik naar mijn schilderij kijk wel heel anders omdat ik ook het gehele proces als het ware zie. De beschouwer kent alleen het eindresultaat en kijkt en ervaart het mogelijk daardoor anders.

maandag 17 juni 2013




Anton schreef: 2x S of 1x XL zou ik zeggen......kijk je neer of kijk je op....that's the question......... op EN neer dus (dat zich wis en zeker onderscheid van heen en weer)! In het westen zou het absoluut gecategoriseerd worden onder vervreemdend, in het oosten daarentegen zijn deze binaire opposities vanzelfsprekend. In filosofisch perspectief ben je hiermee op het snijpunt met het doek de oneindigheid in gecatapulteerd. Dit had kunnen leiden tot het weglaten van het doek. Het werk gereduceerd en vereenvoudigd tot een stllle gedachte. Aangezien je niet voor deze voor de hand liggende mogelijkheid hebt geopteerd zou ik een wat uitgebreidere schriftelijke verklaring bij het werk verwachten. Ik neem aan dat het niet zo kan zijn gezien de recente stand van zaken (waarvan ook ArtZuid weer een paradigma was) dat men met een werk maar alle kanten uit kan..........

 
Robert schreef:

In de afgelopen maanden heb ik enkele werken gemaakt waarin ik een zgn. landschappelijk element of landschappelijke horizon dan wel een landschappelijke sfeer tot uitdrukking wil brengen. Uitgaande van mijn eigen herinneringsbeelden en ervaringen van het laatste jaar.

De doeken die ik daarvoor gebruikte waren allen in een horizontale positie geplaatst. In die zin dat de hoogte/breedte verhouding door het doek zelf al eerder appelleert aan een horizontale benadering.

Bij het laatste doek koos ik bewust om dat gegeven om te draaien. Dus hoger dan breed. Waarmee ik dus als het ware een geconditioneerde gedachte wilde doorbreken. Zeg maar het luie kijken. ( en het vanzelfsprekend maken ) Bij het kijken naar een breed/hoog doek hoef je dus niet ( of minder ) je af te vragen of het een horizontale landschappelijkheid betreft. Dat is vaak al zo door die positionering.

Tevens wilde ik in dit doek ook tot uitdrukking brengen een andere expressie met donker & licht aspecten. Het zwaartepunt zweeft als het ware. In dit werk heb ik het plastische aspect van naturalistisch landschap teruggebracht tot een nagenoeg tweedimensionaal beeld. Geen perspectivische diepte. Toch is dat er wel. Ook de abstracte opvatting in mijn gedachte van dat wat ik beleef aan een ‘ verte ‘ of een ‘ einder ‘ wilde ik frontaal ( zo plat mogelijk ) schilderen. Dus het reduceren van de associatie met vergezichten.  Zo van: dit bestaat niet in het echt. En geeft daardoor ruimte om daar over te fantaseren. Voor mij is dit werk het kijken in een ‘ ontluikend ‘ bos. Door de lichte kleuren refereer ik aan een Lente. Nieuw leven.

Omdat die hoogte/breedte van het doek tamelijk ‘ eng ‘ is heb ik ‘ het bos ‘ in een lage positie aangebracht. Dat heeft een nogal vervreemdend effect. En ook de verhouding van het lichtere bovendeel ten opzichte van de rest doet dat. En dan nog versterkend door de wazigheid van die lichte kleuren tegenover de harde donkere partij.

Wanneer ik in een lage stoel ga zitten en het doek net iets hoger hang dan ooghoogte ontstaat er een bijna oneindige diepte. In dat donkere deel en het lichte bladerdek is zo fragiel dat het mij ondanks dat harde contrast heel vreugdevol stemt.

Ga ik staan tegenover het doek dan kan ik niet zo makkelijk grip krijgen op wat het zien met mij doet.

Bij het plaatsen van het werk op mijn weblog schreef ik :

‘ intentie of raakt het vervreemding ‘

Bij het bericht op facebook heb ik dat nog weer eens omgedraaid :

‘ vervreemding of raakt het intentie ‘.

Daarmee had ik het volgende voor ogen. De schoonheid die het werk door haar lichtheid geeft komt dicht bij een heerlijke beleving van wat ik zie en voel.  Genieten.

Ga ik vervolgens denkend kijken dan komt het vervreemdende aspect in het werk naar voren.

 

zaterdag 15 juni 2013



intentie of raakt het vervreemding, of is t andersom, ...


 



 

dinsdag 11 juni 2013



omdat het niet langer in die vorm mocht blijven, moest het sneuvelen, of beter misschien opofferen,

waardoor ruimte voor nieuw, twee in de plaats van een,

Monet was het er, geloof ik, niet zo mee eens,


 


't deed mij ergens aan denken, onlangs nog,

 

donderdag 6 juni 2013




Afgelopen Zaterdag 1 Juni 2013

Plaats van aankomst Minervaplein. Beeldende Kunst Art Zuid 2013. Wandelrichting in eerste instantie naar de Zuid-As. Het was wel schrikken, al direct bij de eerste aanblik. De houten (mdf) panelen met aan de voorzijde een spiegel. Een beetje plompverloren neergezet of is het achteloos achtergelaten. De presentatie van dit werk kan ik niet  serieus nemen. En vergeet niet de omgeving, de openbare ruimte, heeft een zekere grootsheid. De bebouwing met een zo’n uitgelezen architectuur vraagt iets. Het permanente beeld wat deze ‘ spiegelparade ‘ afsluit kan dat aan.
Vervolgens oversteken en dan terechtkomen bij die immense bomendracht. Daaronder zijn een drietal steenformaties pardoes in het grasveld terecht gekomen. Grappig, het gras groeit welig en neemt nagenoeg volledig bezit van “ Long “. Het geeft te denken dat de samensteller van deze beeldpresentatie daar eigenlijk geen oog maar ook geen gevoel voor heeft. Het vergt toch echt enige creativiteit om recht te doen aan de beeldend kunstenaar en zijn werk. Daarna kwam ik in soort onafgemaakte ballenbak. Met zuurstokkleuren vormgegeven. Dit heeft nog minder weg dan wat iemand tijdens een fröbel uurtje in elkaar knutselt. Dan maar de lucht in zal de gedachte geweest zijn bij het laatste beeld. Overigens de tekst die op het paaltje staat daar kun je de verantwoording lezen over dat beeld. Helaas lukte het mij niet om dat in het hier en nu te plaatsen.  Maar goed dat is secundair.

Vervolgens in omgekeerde richting weer terug. Nog even op een zijpad gegaan om naar het werk van die Chinese kunstenaar te gaan kijken. Je zou denken “ draai er niet zo omheen “. Echt humor, maar het past in z’n geheel niet in deze route van ‘ buitenbeelden ‘. En zou deze tentoonstelling het zonder dit beeld  gekund hebben ?

Eenmaal aan de andere kant van het Minervaplein aangekomen met goede moed verder. En ja, dan moet mij toch van het hart dat die prutserige ‘ touw-hekjes ‘echt niet kunnen. Als beelden het niet aankunnen ( of de makers ervan ) laat het beeld dan gewoon weg, doe niet mee.

Ook hier weer geen enkele samenhang tussen de beelden. Volkomen compositie loos.  Geen oog voor detail maar ook niet voor het onderlinge spel of een mogelijke ‘dialoog ‘.
Al met al een armzalige samenstelling van een heleboel materiaal. Want door zo’n amateuristische presentatie degraderen de werken tot materiaal. Het samengebracht zooitje op het plein tegenover dat Hotel, wat een aanfluiting. Waarom staan de werken van Lupertz zo uiteen ? En wat een miezerige lintje groen voor Merz ! De sprookjesbeelden, ja die staan zo leuk bij het interactieve spel-beeld.
Het grasveld is op een vreemde manier gemaaid, quasi artistiek ? Wat zonde toch dat met een dergelijk en wellicht prestigieus evenement door de onjuiste inrichting het echte genieten niet aan bod kan komen. En waarom ? Geen geld ? Doe dan minder beelden. En vraag iemand die met passie maar ook verantwoord beelden weet te plaatsen in de open en openbare ruimte.  3-Dimensionaal is echt heel veel anders dan 2-dimensionaal. En helaas wees ook kritisch ten aanzien van het werk ook al heeft de kunstenaar nog zo’n grote naam. Niet elk werk leent zich.

Zazou